Carolien Roelants las een bundel essays over politiek, islam en voetbal in het Midden-Oosten. Van jihadistische spelregels tot vrouwen op het veld.
Karim Benzema gaat in Saoedi-Arabië voetballen voor 200 miljoen euro per jaar. Dat is natuurlijk best lekker, dat begrijp ik ook wel, en niet alleen u en ik maar ook voetballers moeten aan hun toekomst en gezin denken. Maar het gaat hem helemaal niet om het geld. Al-Ittihad, waar hij gaat spelen, is een gewéldige club, zegt hij. „En ik heb altijd in Saoedi-Arabië willen leven. Ik ben een moslim en het is een islamitisch land [...] Het is geliefd en het is prachtig.”
Ik zou best willen weten of Benzema ook, of misschien zelfs nog liever, in Saoedi-Arabië had willen voetballen onder de regels die ultraconservatieve Saoedische geestelijken in 2005 per fatwa (islamitisch decreet) afkondigden. Er mocht wel worden gevoetbald maar zonder scheidsrechters en op een veld zonder belijning. En overtredingen zouden moeten worden beoordeeld op basis van de shari’a, het islamitisch recht.
Het was een bloeitijd van de extreme islam, van Al-Qaida (denk 9/11) en jihadistische collega’s die in sommige geestelijke kringen openlijk werden gesteund. Niettemin is voetbal in Saoedi-Arabië nooit met God als scheidsrechter gespeeld; en dat tekent de scheidslijn tussen geestelijkheid en jeugd.
Ik kwam de jihadistische spelregels tegen in een nieuw boekje, of liever verzameling essays over allerlei aspecten van voetbal in het Midden-Oosten, Politics of Sport in the Middle East. Het is het product van samenwerking van het politieke wetenschappenproject POMEPS en Georgetown University-Qatar. U kunt het downloaden, er staat geen betaalmuur voor, en het is best interessant.
Twintig jaar later is álles veranderd in Saoedi-Arabië onder kroonprins Mohammed bin Salman; Saoedi-Arabiës culturele revolutie, noemt het boekje dat. Zelfs vrouwen mogen er nu voetballen. Tegenslag: als kers op deze taart wilden de Saoediërs het vrouwen-WK sponsoren dat straks in Australië en Nieuw-Zeeland begint maar dat ging niet door. Gastlanden en speelsters kwamen in opstand onder verwijzing naar de mensenrechten in Saoedi-Arabië. FIFA-chef Infantino was daarover weer niet te spreken. Die landen doen toch ook zaken met Saoedi-Arabië? „Hier is een dubbele standaard die ik niet echt begrijp.” Ik zeg niks.
Maar ik wil even doorgaan op voetbal en islam. De soennitische fundamentalistische Moslimbroederschap heeft geen enkel bezwaar tegen voetbal want op het veld kan je juist zo handig jongeren recruteren voor je zaak. In Egypte hadden ze daarmee veel succes, tot de regering voetbal kaapte. President Mubarak belde de spelers van het nationale elftal voor de wedstrijd om hen te inspireren. Nu onder Sisi is de Moslimbroederschap voornamelijk in de gevangenis te vinden.
De Libanese fundamentalistisch-sjiitische organisatie Hezbollah gaat nog verder en gebruikt voetbal om sociale verandering te bewerkstelligen. En daarin wordt veel geïnvesteerd: de beste trainingsfaciliteiten, voetbalscholen. Zijn Beiroetse voetbalclub Al-Ahed bezorgde Libanon in 2019 zijn grootste voetbalsucces door de Asian Cup te winnen, met 1-0 tegen een Noord-Koreaanse club. Dit jaar is Al-Ahed weer kampioen van Libanon geworden.
Zelf staat me nog een interview bij met een Hezbollah-functionaris, eigenaar van een lokale voetbalclub, in zijn kantoor in Baalbek, waarin we eerst de staat van het Nederlandse voetbal doornamen voor we terzake kwamen. Cruijff en Gullit en zo, dus lang geleden en heel andere (Nederlandse) voetbaltijden dan nu.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de nrc van 10 juli 2023.
Comments